De ecobalans van een elektrische wagen.
Zijn elektrische wagens wel echt milieuvriendelijk?
In een volledig elektrisch voertuig kan je 100% emissievrij rijden. Dat is waarschijnlijk ook de reden waarom je er nu over leest. Het is ook de reden waarom er een belangrijke rol voor is weggelegd in de vermindering van de wereldwijde koolstofuitstoot. In totaal hebben elektrische voertuigen een kleinere koolstofvoetafdruk dan hun tegenhangers met een verbrandingsmotor. Toch zijn er een aantal aspecten waar je rekening mee moet houden als je hun ecobalans opstelt. Die bespreken we hier.
Laden.
Zelfs als de elektriciteit waarmee je je elektrische wagen oplaadt voor 100% met fossiele brandstoffen wordt opgewekt, dan nog stoot je auto veel minder CO2 uit dan een auto op benzine of diesel. Dat komt doordat een elektriciteitscentrale veel efficiënter energie produceert dan een automotor.
Afhankelijk van waar je woont, kan de elektriciteit om je auto op te laden 100% hernieuwbare energie zijn of – meestal – een combinatie van hernieuwbare energie en fossiele brandstoffen.
In de toekomst zal er steeds meer groene energie worden opgewekt en zal je dus ook je elektrische wagen steeds groener kunnen opladen.
Productie.
Als je de bouw van elektrische en klassieke auto's vergelijkt, komt er bij beide ongeveer evenveel CO2 vrij. Daarbij komt nog dat Hyundai al sinds de lancering van de eerste IONIQ in 2016 natuurlijke materialen zoals houtcellulose (vezels) of lyocell (gemaakt van eucalyptusvezels) als interieurmaterialen gebruikt (o.a. voor zetels).
De productie van de krachtige batterijen waarmee je zo ver reist als je wilt, is echter een zeer energieverslindend proces, te beginnen met de ontginning van grondstoffen zoals nikkel, koper, kobalt, grafiet en zeldzame aardelementen zoals neodymium en lithium.
Over het algemeen is er veel minder energie nodig om een auto te bouwen dan om hem zijn hele levensduur te laten rijden. Een elektrisch voertuig heeft zijn productie dus al gecompenseerd na slechts enkele jaren.
Recyclage en hergebruik.
Zodra de capaciteit van de batterij in een elektrische wagen tot 70% is gezakt, wordt ze doorgaans vervangen. Omdat de batterij nog voor 70% werkt, kan ze wel nog voor iets anders worden hergebruikt, bijvoorbeeld om de stroomvoorziening in gebouwen te ondersteunen of wind- of zonne-energie op te slaan. De eerste van de twee beschikbare opties is echter recyclage.
Moderne lithium-ionbatterijen kunnen ook worden gerecycleerd, om met de materialen ervan nieuwe batterijen te maken.
In de toekomst zullen accu's steeds krachtiger worden, tegelijk minder grondstoffen vereisen en zo wereldwijd de klimaatdoelstellingen helpen verwezenlijken.
Groener dan je zou denken.
Om een elektrische wagen én een batterij met een hoge energiedichtheid te bouwen, moet je meer CO2 uitstoten dan voor een auto op diesel of benzine, maar de totale koolstofvoetafdruk is kleiner. Gedurende een levenscyclus van meer dan 150.000 kilometer stoot de gemiddelde elektrische wagen in Europa minder CO2 uit dan zelfs het zuinigste voertuig met een verbrandingsmotor.
Hoeveel CO2 er wordt uitgestoten om de brandstof (of elektriciteit) te produceren, hangt af van de nationale energiemix en varieert dus van land tot land. In Noorwegen wordt elektriciteit bijvoorbeeld bijna volledig emissievrij opgewekt dankzij waterkracht. In landen als Duitsland of Nederland is de energiemix dan weer CO2-intensiever. Maar zodra de elektrische energie is geproduceerd, komt er bij het verbruik geen CO2 meer vrij, en bij een verbrandingsmotor wel.
Hoe meer hernieuwbare energie er dus wordt gebruikt om een elektrisch voertuig te bouwen en te laden en hoe meer batterijen er worden gerecycleerd, hoe milieuvriendelijker elektrisch rijden wordt.
Life-cycle emissions of electric and conventional vehicles in Europe (Source: ICCT, 2015)
